Het arbeidstijden- en rustpatroon moet 28 dagen van tevoren worden meegedeeld. Indien dit in verband met de aard van de arbeid onmogelijk is, worden de rusttijden in ieder geval 28 dagen van te voren meegedeeld en 4 dagen van te voren de begin- en eindtijden van de arbeid.
Bij collectieve regeling of bij het ontbreken hiervan, kan met instemming van de individuele medewerker hiervan worden afgeweken.